Jeugddienst

Aslan zegt dat wij koningen en koninginnen kunnen zijn over Narnia. Wij zullen over al deze wezens regeren en ze namen geven, rechtspreken tussen hen, en als er vijanden opstaan, ze tegen hun vijanden beschermen. En vijanden zullen er zeker opstaan, want er zijn boosaardige mensen in deze wereld. Laten wij de belofte afleggen die de eerste koning van Narnia tegen Aslan aflegde, door de vragen die Aslan stelde, te beantwoorden:
– Kun je met een schep en een ploeg omgaan en de grond bewerken, zodat er groente groeit? Dat zal ik moeten proberen, ik zal mijn best doen.
– Kun je deze wezens eerlijk en liefdevol regeren en onthouden dat het geen slaven zijn, zoals de dieren in de wereld waar jij geboren bent, die niet kunnen praten, maar dat het sprekende dieren zijn en vrije onderdanen? Dat zal ik proberen, ik zal mijn best doen.
– En zul je je kinderen en kleinkinderen leren om dat ook te doen? Dat zal ik moeten proberen, ik zal mijn best doen.
– En zul je van je eigen kinderen of van andere wezens niemand voortrekken en niemand toestaan een ander te onderdrukken of slecht te behandelen? Dat zal ik proberen, ik zal mijn best doen.
– En als je vijanden komen om het land aan te vallen en er breekt oorlog uit, zou je dan de eerste zijn om je land te verdedigen en de laatste die zich terugtrekt? Dat zal ik proberen, ik zal mijn best doen.

Dan doe je alles wat een koning of koningin hoor te doen, zegt Aslan. Wees dan ook gerust dat jij deze taak aan kan, want je doet alles wat in je vermogen is om te regeren over de wereld zoals God het voor ogen heeft.

IMG_2562
IMG_2566
IMG_2614
IMG_2571
IMG_2576
IMG_2569
IMG_2567
IMG_2587
IMG_2611